Van kopiëren kun je leren (+ tips om meer te lezen)

Schrijfstijl ontwikkelen

Een tijdje terug vroeg een van jullie of ik eens uit de doeken wilde doen hoe je je schrijfstijl ontwikkelt. Dat vond ik een leuk verzoeknummer, want ik vroeg me hetzelfde af voor iets anders wat ik graag doe: hoe ontwikkel ik mijn keramiekstijl?

Het antwoord luidt in beide gevallen: oefenen. Dóén. Kilometers maken. Heel vaak op je bek gaan en ook weer opstaan.

Maar in het geval van schrijven zou ik er nog iets aan willen toevoegen. Namelijk: veel lezen. Want één pagina Toon Tellegen – om maar iemand te noemen – leert je misschien wel meer dan tachtig keer vallen en opstaan bij elkaar.

Korte verhalen, thrillers, kinderboeken, biografieën, poëzie, doktersromans, de shortlist van de Man Booker of juist de NS Publieksprijs: elk boek, elke schrijver heeft een eigen stem die je tot aan het dankwoord kunt uitpluizen.

Analyseer bijvoorbeeld de zinsopbouw of de beelden die de auteur oproept, en vraag je constant af: werkt dit? Vind ik dit mooi? En vooral: past deze stijl bij mij?

Als je niet weet of een stijl bij je past, imiteer 'm dan eens. Dat doe ik nu ook met keramieken: ik aap na wat ik op Insta mooi vind en ontdek gaandeweg of die stijl me ligt.

Natuurlijk, copycatten is niet chic. Maar omdat ik andere klei gebruik, en ander gereedschap, wordt mijn na-aperij algauw eigen. En zo werkt het met schrijven ook.

Lees, lees, lees – totdat je ogen dichtvallen. En klap pas dán je laptop open.

Denk je nu: allemaal leuk en aardig, Leo, maar het lukt me op de meeste dagen niet eens om mijn to-dolijst af te krijgen, laat staan om een fokking bóék te lezen? Dan heb ik een paar simpele tips voor je:

1) Zorg dat je altijd een boek bij je hebt.
In de trein, in de wachtkamer, als je tafelgenoot tijdens een etentje naar de wc is, als je zelf op de wc zit: laat je telefoon voor wat-ie is en léés.

2) Stop met een boek als je er op pagina 60 nog steeds geen zak aan vindt.
Toegegeven: de streber in mij is het hier niet altijd mee eens, en ik betrap mezelf bij het wegleggen van een boek nog regelmatig op de gedachte dat ik het later wel een keer uitlees (wat ik vervolgens natuurlijk nooit doe). Toch neemt je leesplezier serieus toe als je uitsluitend leest wat je leuk vindt. Dus hup, on to the next.

3) Sla passages over als het boek dat toelaat.
In dit boek heb ik aardig wat natuurbeschrijvingen geskipt – en nog steeds vond ik het prachtig. Kan gewoon.

4) Maak er geen wedstrijd van.
Als ik van mezelf vijftig boeken per jaar moet lezen, geniet ik amper van wat ik lees. Maar mag ik gewoon lezen om het lezen, dan kan ik zomaar verliefd worden op een boek – en weet ik ineens weer waarom ik ooit zo graag in het boekenvak wilde werken. Knoop dit dus in je oren: elke letter telt.


 

Deze schrijftip verscheen eerder in mijn nieuwsbrief, waarin ik je handvatten geef om beter te leren schrijven en ook nog een hoop glimlachdingen deel.

Klinkt goed? You know what to do.
(klik )


Vorige
Vorige

5 tips om je eigen teksten te checken

Volgende
Volgende

Laat die anderhalve meter in je tekst maar los